‘Je schakelt voortdurend tussen concrete stappen en het grote plaatje. Dat is echt wel een kunst’ | Het jaar van transitiemaker Inger van Dooren

biobased duurzaam bouwen interview Circulair en biobased bouwen Mensen verbinden & begeleiden

Inger van Dooren (zij/ haar)

Transitiemaker

IMG_1876

Het einde van het jaar nadert: tijd voor reflectie. Daarom blikken we terug op 2023. Samen met de transitiemakers die nu – om en nabij – een jaar bij ons werken. Waar hebben zij het afgelopen jaar hun tanden in gezet? En wat hebben ze geleerd? Vandaag de eerste in de reeks: Inger van Dooren! 

 

Dat de bouw duurzamer moet én kan, staat voor Inger vast. Van huis uit is ze architect, de afgelopen zes jaar werkte ze in de houtbouw en modulaire systeembouw. Leuk en belangrijk werk, maar toch begon het te knagen: veel projecten bleven in de ontwerpfase steken. “Opdrachtgevers kozen uiteindelijk vaak voor goedkoper, sneller, voor dat wat ze al kenden.” Ze zocht naar een plek waar ze meer impact kon maken. Waar ze zich kon bemoeien met opdrachten en uitvragen, om zo vooraan in de bouwketen de juiste randvoorwaarden te scheppen.  

Die plek vond ze bij Squarewise. Dat Squarewise werkt aan het verbinden van bouw en landbouw, sprak haar aan. Want met de teelt van biobased bouwmaterialen kun je voor boeren en bouwers een aantrekkelijk toekomstperspectief creëren, daar is ze van overtuigd. Inmiddels werkt Inger een klein jaar aan projecten die daaraan bijdragen.  

Je hebt nu een klein jaar kennis gemaakt met het ‘transitiemaken’. Wat moet een transitiemaker goed kunnen, volgens jou?  

“Je moet in de eerste plaats een verbinder zijn: de juiste vragen stellen, mensen aan elkaar koppelen. Toen ik bij Squarewise kwam werken viel me meteen op hoe groot ons netwerk is. En wat je allemaal voor elkaar krijgt als je de juiste mensen bij elkaar zet. Inmiddels heb ik zelf ook een groot netwerk opgebouwd, dat ging heel snel. 

Verder moet je kunnen zien wat er nodig is in een keten om systeemverandering voor elkaar te krijgen. Als ik één ding heb geleerd het afgelopen jaar, is het wel hoe complex dat is. Je moet kunnen uitzoomen en het grote plaatje zien. En vervolgens moet je het óók weer klein maken: welke kleine veranderingen kun je teweegbrengen waardoor op een gegeven moment het hele systeem verandert? Dat moet je allebei goed kunnen, dat is echt wel een kunst.” 

Als je terugblikt op het afgelopen jaar, welk project springt er voor jou uit?  

Het project dat we met VORM doen; ik ben daar projectleider. VORM is een bouwende projectontwikkelaar, die een stuk grond heeft in Mijnsheerenland. Hele vruchtbare grond, waar voorlopig niet op gebouwd wordt. Daarvan heeft VORM gezegd: laten we hier gaan pionieren en gewassen telen die we kunnen gebruiken als bouwmateriaal. En dan niet de vezelgewassen die al veel worden toegepast in de bouw, maar juist experimentelere gewassen, zoals sorghum. Heel vooruitstrevend, zij willen daarin echt een koplopersrol innemen. Wij begeleiden dat traject. We brengen de juiste partijen bij elkaar en zorgen voor kennisdeling.” 

En hoe komen de transitieskills die je net beschreef in dit project terug?

“Je bent voortdurend aan het schakelen tussen concrete stappen zetten en grote vragen stellen. Zo zijn we nu dus sorghum aan het telen. We onderzoeken, samen met de boer, hoe dat gewas het beste geoogst kan worden. Het is een superkansrijk gewas dat ook voor boeren interessant is, want het levert een dubbele opbrengst op: het graan kun je eten, met de vezels kun je bouwen en isoleren. Alleen: als bouwmateriaal is het nog niet gecertificeerd – daarom werken we daaraan.  

En dan komt het teeltplan van volgend jaar om de hoek kijken: moeten we niet toch gewoon tarwe telen? Want dat is wel gecertificeerd, dan hebben we in ieder geval een afzetmarkt, en we willen ook tempo maken in de biobased bouw. Het is een leuke, maar complexe puzzel, want alles heeft met elkaar te maken. Doordat wij als transitiemaker steeds weer uitzoomen – welke verandering willen we teweegbrengen, wat heeft de transitie nu nodig? – kunnen we verschil maken.”  

Waar wil je de komende tijd mee aan de slag?

“Ik wil nog wel even door in de biobased bouw. Er is zoveel te doen, er hangt echt een tipping point in de lucht. Vraag en aanbod bewegen langzaam naar elkaar toe, nu is de vraag wie als eerste met het grote volume gaat komen. Wat ik heel graag zou doen, is aan tafel zitten bij de totstandkoming van tenders voor bouwprojecten. Als een soort ‘biobased geweten’ of ‘materiaalbewaker’, die tussen de opdrachtgever, ontwerper en aannemer inzit. We hebben superveel kennis over biobased materialen. Nu is het zaak dat die kennis veel vaker wordt toegepast in bouwprojecten.”   

Waar kunnen opdrachtgevers je voor bellen? 

“Werk je bij een projectontwikkelaar of woningcorporatie, of bij een gemeente die een uitvraag doet? En wil je uitvogelen welke biobased materialen je het best zou kunnen toepassen? Dan zit ik te wachten op je telefoontje!”