Het behalen van draagvlak onder de loep

Energietransitie

Na het presenteren van het klimaatakkoord eind 2018 lijkt draagvlak het sleutelwoord van de energietransitie. De meeste partijen zijn het eens met de doelstellingen en weten dat de transitie snel moet worden gerealiseerd. Alleen, de mate van succes is verbonden aan de mate van draagvlak onder burgers en bedrijven[1].

Als we deze transitie willen versnellen, moeten we ervoor zorgen dat draagvlak niet alleen verdere optimalisatie van de huidige bewonersstrategie betekent. Maar dat we nieuwe sociale constructies ontwikkelen zodat nog meer waarde wordt geboden aan bewoners. Dat blijkt uit mijn verkennende onderzoek als stagiair bij Squarewise.

Draagvlak vs. energietransitie?

Voor elke verhuurder is een renovatie project tegenwoordig ook een verduurzamingsproject. Hiervoor is draagvlak voor uitvoering nodig. De overkoepelende organisatie van woningbouwcorporaties, Aedes, stelt dat het behalen van draagvlak de snelheid van de energietransitie bemoeilijkt. Omdat draagvlak niet altijd behaald wordt (Trouw). De landelijke vereniging van huurders, de Woonbond, staat hier lijnrecht tegenover en beargumenteert dat in recente projecten bijna altijd draagvlak wordt behaald[2]. De vraag rijst: ‘Wordt draagvlak inderdaad behaald en in hoeverre helpt dit de energietransitie te versnellen?’Draagvlak onder de loep

Zeven opendeuren

In de verkenning heb ik mij gericht op zeven projecten. Bij zes projecten heeft de verhuurder een energiebesparend renovatievoorstel gedaan, bij één project wordt een renovatievoorstel voorbereid. In deze praktijkcasussen blijkt dat verhuurders goed zijn in het behalen van draagvlak. Zij maken gebruik van sommige belangrijke en reeds bekende elementen in het behalen van draagvlak.

Deze noem ik de zeven essentiële opendeuren: (1) Het project sluit aan bij de wensen van bewoners. (2) De verhuurder of aannemer richt zich vooral op het verbeteren van de woonkwaliteit, niet de verduurzaming zelf. (3) De bewoners worden betrokken bij de renovatie. (4) Er wordt een projectgroep benoemd om de bewoners te vertegenwoordigen. (5) Er wordt aandachtig informatie verspreid. (6) En er wordt aandacht besteed aan de details binnen het proces. (7) Soms wordt het resultaat levendig gemaakt door een modelwoning of excursie.

Door draagvlak minder ambitieuze renovatieprojecten

In vijf van de zeven projecten die onderzocht zijn is draagvlak behaald. Bij het zesde project is de eerste draagvlakmeting afgekeurd en wordt een tweede voorbereid. Bij het zevende project wordt een renovatievoorstel voorbereid. Kortom, de verkenning laat zien dat de verhuurders weten wat ze moeten doen om draagvlak te behalen. Bij de projecten was de draagvlakmetingen succesvol omdat er ook aan twee andere belangrijke voorwaarden werd voldaan: de woonlasten bleven gelijk en de oplossing was flexibel genoeg om aan verschillende woonwensen te kunnen voldoen.

Opmerkelijk is dat bij alle projecten deze twee voorwaarden worden genoemd als barrière voor echt vergaande energiebesparende maatregelen. Door deze barrières hebben de verhuurders afgezien van een vergaande energiebesparende renovatie, namelijk naar een label A+ of een NOM woning, of is een renovatievoorstel afgekeurd. Gevolg is dat geen van de onderzochte projecten verder is gekomen dan een label A renovatie.

Innovatieve sociale constructies als oplossing

Dat er financiële en technische drempels zijn in de energietransitie is geen verrassing. Er wordt dan ook actief gestuurd op het oplossen van deze beperkingen, door het Rijk, corporaties en bouwbedrijven. Het is echter nieuw dat deze barrières worden gezien als voorwaarde voor het behalen van draagvlak. Anke van Hal[3] en andere partijen zien dit anders. Zij stellen dat deze barrières geslecht kunnen worden door innovatieve sociale constructies. Bijvoorbeeld door de huurders te betrekken als eigenaar van de oplossing of op voorhand alleen een doel te stellen en bewoners zelf oplossingen aan te laten dragen.

Als draagvlak het sleutelwoord is in de transitie, zouden deze innovatieve sociale constructies mogelijk een oplossing kunnen bieden. Het is door deze verkenning in ieder geval duidelijk dat we met optimalisatie van een goede bewonersstrategie alleen niet ver genoeg komen.

Dit stuk is geschreven door Roben Gort.

[1] van Dijk, B. (2018, 12 29). De groene verbouwing kan slimmer én goedkoper. Het Financieel Dagblad, p. 2.
[2] Woonbond (Kieft, J. I.) (2018). Bewonerscommunicatie bij duurzame woningverbetering. Woonbond, Aeneas, Uitgeverij Voor Vakinformatie.
[3] Hal, A. v. (2017). Aanpak van Complexe wijken. Renda, 30 – 33.